fbpx
/>

Het structureren van uw onroerend goed via uw vennootschap en overgaan tot de schenking van de aandelen aan uw erfgenamen kan de aandacht trekken van de fiscus. Vlabel oordeelde  al verschillende keren fiscaal misbruik in deze situaties.[1] Het Hof van Beroep staat de belastingplichtige gelukkig bij indien voldoende niet-fiscale motieven voorhanden zijn.

Patrimoniumvennootschap en schenken aandelen

Een klassieke techniek om uw onroerend goed fiscaalvriendelijk over te brengen naar uw erfgenamen is via een patrimonium vennootschap. Men richt een vennootschap of men gebruikt een bestaande vennootschap en doet een inbreng van zijn onroerend goed tegen betaling van het verkooprecht van 10% (art. 2.9.1.0.1 Vlaamse Codex Fiscaliteit). Althans indien het onroerend goed geheel of gedeeltelijk ter bewoning bestemd is, indien dit niet het geval is, is men slechts vast recht van 50 euro verschuldigd. De waarde van het onroerend goed wordt dan vertegenwoordigd in de aandelen van de vennootschap. Daarna kan men deze aandelen schenken aan de erfgenamen aan 3% schenkbelasting (eventueel zelfs aan 0% indien men via een Nederlandse notaris de schenking doet). Moet men echter op zijn hoede zijn voor de fiscus indien men meteen overgaat tot een schenking na inbreng van de aandelen? Op 17 December 2019 heeft het Hof van Beroep van Gent in een arrest duidelijkheid geschept in een casus waar Vlabel fiscaal misbruik had geoordeeld.

Het betrof een echtpaar dat zijn onroerende goederen die men verhuurde aan zijn kinderen wou schenken. Het koppel had een inbreng gedaan van de onroerende goederen in de BVBA en de dag van de inbreng zelf was het nog overgegaan tot de schenking van de aandelen aan hun dochter, met inbegrip van een restlegaat ten voordele van hun kleinkind. Drie dagen later overleed één van de schenkers.  De fiscus heeft hier fiscaal misbruik geoordeeld, volgens haar was de transactie enkel verricht om niet aan de tarieven van onroerende schenking (artikel 2.8.4.1.1 VCF) te worden onderworpen en dus louter om fiscale motieven. De fiscus had daarom de roerende schenkingsakte van de aandelen geherkwalificeerd als een onroerende schenking op basis van de algemene misbruikbepaling 3.17.0.0.2 VCF, zodat de belastingplichtige wel aan de progressieve schijven onderworpen zou zijn.

Objectief en subjectief element fiscaal misbruik

Het Hof van Beroep Gent is echter tussengekomen en de voorwaarden van het fiscaal misbruik gaan aftoetsen zoals bepaald in artikel 3.17.0.0.2.

Objectief element 

De administratie moet aantonen dat de belastingplichtige een rechtshandeling stelt waarmee hij/zij zich in een toestand plaatst en zich zo buiten het toepassingsgebied van een belastingbepaling plaatst, die strijdig is met de doelstelling van deze wetsbepaling.

Vlabel moet dus duidelijk formuleren wat het doel van de wet is, bewijzen dat men deze toestand dicht benadert en dat er een misbruik is van de wetsbepaling.

Subjectief element

Daarnaast moet men zich ook bewust in deze toestand geplaatst hebben om een fiscaal voordeel eruit te halen. Het is aan de belastingplichtige om aan te tonen dat dit niet het geval is. De bewijslast ligt dus eerst bij de administratie betreffende het objectief element, maar daarna is het aan de belastingplichtige om tegenbewijs te leveren dat het subjectief element ontbreekt.

Voldoende niet-fiscale motieven aantonen

Het Hof oordeelt meteen zonder meer dat het objectieve element voldoende aangetoond is en dat via deze constructie de progressieve tarieven zoals bepaald in artikel 2.8.4.1.1 VCF (die volgens het Hof normaal van toepassing zouden moeten zijn op deze situatie) worden doorbroken.

Het subjectieve element acht het Hof echter niet bewezen. Ze is van oordeel dat er voldoende niet-fiscale motieven voorhanden zijn om de rechtshandelingen te stellen. Deze motieven waren volgens het Hof de volgende:

  • De wens van de schenkers om het patrimonium in de familie te houden. Het restlegaat ten voordele van het kleinkind staafde dit, zeker omdat de dochter al tot bediende was benoemd van de bvba en het kleinkind tot zaakvoerder was benoemd.
  •  De professionalisering van het beheer van de onroerende goederen en beperking van risico’s en aansprakelijkheid betreffende de verhuur van de goederen via de BVBA. Ook stimuleert men door via BVBA te werken renovaties en investeringen aan de gebouwen.
  • De inbreng en schenking dateerde al van 2013, anno 2019-2020  zijn de onroerende goederen en aandelen nog niet vervreemd, wat het motief van continuïteit van het  beheer van het patrimonium in het familiaal kader kracht bijzet.

Indien u via deze constructie de overdracht van uw onroerend goed wenst te regelen, is het dus zake om familiaal-economische motieven te kunnen aantonen tegenover Vlabel als: het familiaal vermogen globaal in stand te houden en te verankeren, het niet vervreemden van de aandelen of het onroerend goed in de vennootschap op lange termijn, het organiseren van een professioneel en structureel beheer van het onroerend goed binnen de familie.

Een recente voorafgaande beslissing toont aan dat Vlabel effectief soortgelijke niet-fiscale redenen zal aanvaarden en in dat geval geen fiscaal misbruik zal oordelen.[2]

Simon Boon, Jurist bij Pareto NV

 


[1] Voorafgaande beslissing nr. 18024 dd. 06.08.2018
[2] Voorafgaande beslissing nr. 19060 dd. 20.01.2020