De voornaamste hervormingen zijn de volgende (Weliswaar onder voorbehoud mits de communicatie van de regering nog niet volledig is in deze fase.)
- Hervorming van de vennootschapsbelasting
De hervorming van de vennootschapsbelasting zal in twee stappen gebeuren: eerste stap in 2018 en de tweede stap in 2020. Het basistarief vennootschapsbelasting zal in 2018 dalen van 33,99% naar 29%. In 2020 zal het tarief 25% bedragen. De KMO’s zullen op fiscaal vlak bevoordeeld worden met een tarief vanaf 2018 van 20%, voor de eerste schijf van 100.000 €.
- Hervorming van fiscaliteit op spaargeld
De belastingplichtigen die meer dan 500.000 € op de effectenrekeningen bezitten zullen onderworpen worden aan een heffing van 0,15% (jaarlijks).. Deze maatregel viseert echter niet het bezit van effecten via een levensverzekering of een pensioensparen, noch de onlichamelijke roerende goederen nominatief geregistreerd in het register van de vennootschap (bijvoorbeeld de aandelen van een BVBA). Dit plafond is van toepassing per belastingplichtige die ertoe gehouden zal zijn om alle effectenrekeningen in zijn aangifte personenbelasting te vermelden.
De roerende voorheffing (30%) wordt afgeschaft voor aandelendividenden ten belope van de eerste schijf van 627 €.
Niettemin wordt de vrijstellingsdrempel van de gereglementeerde spaarrekeningen verlaagd tot 940 € (1.880 € voorheen).
- De stijging van de beurstaks
De beurstaks zal mogelijks stijgen van 0,09% naar 0,12% en van 0,27% naar 0,35%.
- Invoering van progressieve inkomensdrempels om sociale bijdragen van zelfstandigen in hoofdberoep te berekenen, voor de eerste twee jaar van de sociale bijdragen
- Het pensioen
- Wettelijk minimumpensioen (Eerste pijler)
Verhoging van het bedrag van het wettelijk minimumpensioen voor een volledige loopbaan op 1 januari 2018 (bedragen nog niet gecommuniceerd).
Afschaffing eenheid loopbaan en rekening houden met effectieve werkdagen vanaf 1 januari 2019.
Invoering van een volwaardig tweede pensioenpijler voor zelfstandigen, natuurlijke personen. Meer nog, de regering wenst een soort VAPZ voor de loontrekkenden in te voeren.
- Pensioensparen (IIIde pijler)
Het pensioensparen laat toe om een belastingbesparing ten belope van 30% op een bedrag van 940 € per jaar te realiseren. Voortaan zal het mogelijk zijn om een besparing van 25% op een bedrag van 1.200 € per jaar te verkrijgen, oftewel een besparing van 300 € per jaar (tegenover 282 € voorheen). Volgens de regering zullen de spaarders de keuze hebben om al dan niet te opteren voor het nieuwe systeem.
Meer verduidelijkingen omtrent nieuwe aangenomen maatregelen door de federale regering zouden snel gecommuniceerd moeten worden.