fbpx
/>

Iedereen denkt er wel eens over na als men een dagje ouder wordt, successieplanning. Hoe zorg ik ervoor dat mijn vermogen op een correcte, fiscaalvriendelijke manier terecht komt bij mijn naasten? Het meest voor de hand liggende antwoord is voor de Belg tot op heden nog steeds een schenking.

Neem het voorbeeld van gepensioneerd dokter Julien. Hij is 65 jaar, heeft heel zijn leven de dienst uitgemaakt als huisarts en heeft doorheen de jaren een mooi vermogen opgebouwd. Julien is vrijgezel en vader van twee kinderen, Bart en Peter. Beide zonen zijn twintigers die hij graag een financieel ruggensteuntje wil geven, bij wijze van voorschot op zijn erfenis.

Schenking registreren al dan niet?
Hij wenst te werk te gaan via een schenking en zou Bart en Peter een handgift willen doen van 1.000.000 euro, aan ieder dus een bedrag van 500.000 euro. Julien, wonende te Vlaanderen, verneemt dat hij deze som geld in principe kan schenken zonder enige vorm van belasting. Dit klinkt hem meteen als muziek in de oren. Het geld wordt volledig fiscaalneutraal overgedragen en ontsnapt aan de 27% erfbelasting (hoogste marginaal tarief erfbelasting in Vlaanderen in rechte lijn) waaraan het normaal onderhevig zal zijn op moment van Julien’s overlijden.

Er is echter een addertje onder het gras. Mocht Julien binnen de 3 jaar na de schenking komen te overlijden, zal de fiscus alsnog zijn schenking beschouwen als een deel van zijn nalatenschap en het onderwerpen aan de tarieven van de erfbelasting. Hierdoor zou er in totaal 270.000 euro (27%) naar de het Vlaams Gewest kunnen vloeien. Dit risico kan Julien inperken als hij zijn handgiftl laat registreren, maar in dat geval betaalt hij wel een schenkingsbelasting van 3 %, goed voor een totale kost van 30.000 euro. Dat is goedkoper uiteraard dan de erfbelasting, maar er bestaat nog een betere en goedkopere oplossing om het risico op overlijden in te dekken.

De successieverzekering als pasmunt
Je kan de potentiele successiekost ook gaan indekken met een overlijdensverzekering. Zowel Bart als Peter nemen een overlijdensverzekering op het hoofd van hun vader met henzelf als begunstigde van het verzekeringscontract. Het verzekerde bedrag is dan de successiekost, goed voor twee keer een bedrag van 135.000 euro, dit gedurende een looptijd van 3 jaar.
De jaarlijkse premies voor de successieverzekering zullen ongeveer 1250 euro bedragen, voor Bart en Peter dus een totale som van 7.500 euro (1.250euro*2*3) over de 3 jaren heen. De jaarpremies betalen zal dus beduidend goedkoper zijn dan de schenkingen te registreren en een schenkingskost van 30.000 euro op te lopen.

Het gaat om de zogenaamde ABA-constructie, de zonen zijn zowel verzekeringnemers als begunstigde en hun vader is de verzekerde persoon. Deze samenstelling is het meest fiscaalvriendelijke. Als Julien binnen de 3 jaar overlijdt zal het verzekerde bedrag belastingvrij worden uitgekeerd naar Bart en Peter, omdat er dan sprake is van een beding ten behoeve van zichzelf. De zonen betalen de jaarpremies en wanneer het verzekerde risico plaatsvindt, zal er een som aan henzelf worden uitgekeerd. Er is dus geen sprake van een transactie tussen hen en een derde persoon, waardoor er geen belasting verschuldigd is.

Een inventieve manier dus om je schenking in te dekken tegen de fiscus.

Simon Boon – Jurist bij Pareto nv