Een nieuwkomer in het landschap van aanvullende pensioenen voor zelfstandigen: de POZ – Interessant vanuit fiscaal oogpunt?
Tot op vandaag is het enkel mogelijk voor bedrijfsleiders die werken als zelfstandigen onder vennootschap om via deze rechtspersoon een een aanvullend pensioen op te bouwen. Dit door gebruik te maken van de individuele pensioentoezegging (IPT). Een zelfstandige die werkte onder eenmanszaak had niet de mogelijkheid om een aanvullend pensioen te ontvangen via de tweede pijler van het pensioen, behalve via het gelimiteerde VAPZ.
De zelfstandigen die werken onder eenmanszaak kunnen vanaf 1 juli 2018, naast het VAPZ, inschrijven op een nieuwe vorm van het aanvullend pensioen in de tweede pijler. De benaming voor dit nieuwe aanvullende pensioen is de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ). Derdepijlerproducten, zoals pensioensparen en langetermijnsparen, blijven beschikbaar voor de natuurlijke persoon die als zelfstandige werkt. Elk pensioenvehikel heeft zijn eigen belastingregels. Een analyse moet aantonen welke van de verschillende pensioenvehikels aangemoedigd moeten worden.
- Bij het betalen van de premie
Vanuit het oogpunt van het fiscale voordeel levert de POZ, net als het pensioensparen en langetermijnsparen, een belastingvermindering op van 30%. Ook geniet het VAPZ weer de aandacht. Het biedt een belastingvoordeel aan van maximaal 60% van de betaalde premie (inclusief besparing op socialezekerheidsbijdragen).
- Bij de uitbetaling van het pensioenkapitaal
In geval van liquidatie bij leven is er bij het VAPZ en de POZ op het geïnvesteerde kapitaal nog een RIZIV-bijdrage (3,55%) en een solidariteitsbijdrage (0 tot 2%) verschuldigd. Pensioensparen en langetermijnsparen zijn vrijgesteld van deze socialezekerheidsbijdragen.
Vanuit het oogpunt van de eindbelasting is de vergelijking tussen het VAPZ en POZ moeilijker te maken. Dit omdat in tegenstelling tot andere producten, het VAPZ belast wordt over meerdere jaren, na de inning van kapitaal, op basis van een fictieve lijfrente. Alsu dus uw kapitaal op 65-jarige leeftijd incasseert, wordt u gedurende 10 jaar belast tegen een bedrag gelijk aan 5% van het kapitaal.
Leeftijd van de begunstigde bij het innen van het kapitaal | Percentage kapitaal dat jaarlijks moet worden aangegeven | Duur van de belastingen |
60 jaar | 3,5 % | 13 jaar |
61 – 62 jaar | 4 % | 13 jaar |
63 – 64 jaar | 4,5 % | 13 jaar |
| 5 % | 10 jaar |
- Meest interessante product en maximumbedragen
Op basis van hetgeen hierboven vermeld staat, is het aangewezen om aan te nemen dat het VAPZ duidelijk voordeliger is dan elk ander pensioenvehikel voor de natuurlijke persoon die onder eenmanszaak werkt. Het ontbreken van belasting op premies en het daaruit voortvloeiende belastingvoordeel maakt het VAPZ aanzienlijk interessanter dan zijn concurrenten.
Vervolgens is het pensioensparen de meest interessante formule. Het biedt een belastingvoordeel aan dat identiek is aan het langetermijnsparen en het VAPZ (belastingvermindering van 30%) maar brengt geen belasting op zijn premies met zich mee.
Op de derde plaats staat het langetermijnsparen omdat de premies slechts worden belast aan 2% in plaats van 4,4% bij de POZ.
Vanuit fiscaal oogpunt moet de POZ enkel worden overwogen als de zelfstandigen nog steeds financiële middelen ter beschikking hebben om toe te wijzen aan de opbouw van een aanvullend pensioen en als alle andere belastingniches zijn ingevuld. Zowel het VAPZ, pensioensparen als het langetermijnsparen kunnen alleen worden gefinancieerd tot een maximum jaarlijks bedrag:
- 3.187,04€ voor de VAPZ;
- 2.310€ voor het langetermijnsparen;
- 960€ voor het pensioensparen.
Fiscalist bij Pareto