fbpx
/>

De Vivaldi-coalitie nam in haar regeerakkoord op dat ‘de overheid zal streven naar een eerlijke bijdrage van die personen die de grootste draagkracht hebben om bij te dragen, met respect voor het ondernemerschap’. Intussen werd hier reeds werk van gemaakt door de minister van Financiën, Vincent Van Peteghem, onder de vorm van een (nieuwe) taks op effectenrekeningen. Het maakt voorlopig weliswaar slechts een voorontwerp van wet uit.

Nieuwe effectentaks

De taks doet bij de meesten waarschijnlijk een belletje rinkelen. De voorganger van de nieuwe effectentaks uit 2018 werd namelijk vernietigd door het Grondwettelijk Hof vanwege een schending van het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel. De regering De Croo waagt zich nu dus aan een nieuwe poging.

Toepassingsgebied

Effectenrekeningen met een saldo van gemiddeld meer dan € 1 miljoen zullen worden onderworpen aan de taks. Om de gemiddelde waarde te bepalen wordt de waarde aan het eind van ieder kwartaal in rekening gebracht.

Dit geldt voor effectenrekeningen aangehouden bij Belgische banken (door Belgen of niet-Belgen) als voor buitenlandse effectenrekeningen aangehouden door Belgen. In het voorontwerp wordt duidelijk gemaakt dat het de effectenrekening as such is die zal worden belast, in tegenstelling tot de vorige versie van de taks. Hierdoor zijn niet alleen natuurlijke personen hieraan onderhevig, maar onder andere ook rechtspersonen, stichtingen, universiteiten en vakbonden.

Er wordt geen onderscheid gemaakt in de verschillende producten die op een effectenrekening kunnen worden ingeschreven. Er geldt wel een vrijstelling voor aandelen op naam. Dit zijn vaak aandelen van KMO’s en zo wordt het ondernemerschap inderdaad gerespecteerd, zoals aangekondigd in het regeerakkoord.

Tarief

De tarief bedraagt 0,15% en kent dus toepassing van zodra de gemiddelde waarde van de effectenrekening hoger uitvalt dan € 1 miljoen. Zodra deze drempel wordt overschreden is het hele kapitaal belastbaar vanaf de eerste euro.

Stel dat door de heffing van de taks het saldo lager uitvalt dan de drempel van € 1 miljoen wordt er een uitzondering voorzien. In dat geval zal enkel het surplus worden belast, aan 10%. Een voorbeeld: een effectenrekening met een waarde van € 1.000.100 zou na de taks nog € 998.600 bedragen. Om dit te vermijden, zal slechts € 100 worden belast aan 10%, zijnde € 10.

Anti-misbruikbepaling

De effectentaks zal worden ingevoerd in het wetboek ‘Diverse rechten en taksen’. Er wordt een algemene anti-misbruikbepaling gekoppeld aan de nieuwe taks, maar deze bestaat op vandaag (nog) niet in het wetboek. Daarom zal hieraan één worden toegevoegd. Deze anti-misbruikregel kende zijn inwerkingtreding op 30 oktober 2020, volgens de regering het moment waarop het publiek weet had kunnen krijgen van de nieuwe effectentaks. Indien u zich nu in het toepassingsgebied van de taks zou bevinden en u handelingen stelt om de taks te ontlopen, kan de fiscus zich beroepen op deze bepaling om toch te gaan taxeren.

Een voorbeeld: u heeft op vandaag een effectenrekening in uw eigen vermogen ter waarde van € 1.500.000. U splitst de rekening op in twee aparte rekeningen. U zou dan in den beginne geen taks verschuldigd zijn, aangezien de waarde van elk van beide rekeningen namelijk ‘slechts’ € 750.000 bedraagt. Dit zou echter worden aanzien als misbruik door de fiscus op basis waarvan deze dan wel de taks zou heffen. Het is dit soort verrichtingen die de fiscus viseert maar de belastingplichtige kan wel het tegenbewijs leveren.

Advies Raad van State

De nieuwe regeringsploeg heeft haar lessen getrokken uit de vernietiging van de vorige effectentaks, vermits de nieuwe versie ondertussen reeds de revue passeerde bij de Raad van State.
In haar rapport komen twee aandachtspunten naar voren: de drempel van € 1 miljoen en de anti-misbruikbepaling. De Raad eist een betere onderbouwing van de minimumdrempel die de regering heeft gekozen om te gaan taxeren. Wat het misbruik betreft, oordeelt de Raad dat de bewijslast wordt omgedraaid vermits de belastingplichtige nu niet-fiscale motieven moet aantonen voor handelingen waardoor ze uit het toepassingsgebied van de taks zou verdwijnen.

Conclusie

We zijn benieuwd welke stappen de regering zal zetten in de komende periode. Indien er niets wordt gewijzigd is de kans groot dat het voorontwerp niet zal standhouden voor het Grondwettelijk Hof.

Laatste update 11/02/2021: Het wetsontwerp is sindsdien uitvoerig besproken in de Commissie voor de financiën en de begroting en uiteindelijk op 3 februari zonder amendementen door haar goedgekeurd.

De minister benadrukte dat de belasting gericht is op het aanhouden van een effectenrekening “op zich”, het maakt niet uit wie de eigenaar van de rekening is of hoeveel mensen de rekening aanhouden. Voorts heeft de minister verduidelijkt dat pensioenproducten van de eerste en de tweede pijler niet aan de belasting zijn onderworpen. Er lijkt geen verandering te komen in het arbitraire karakter van het bedrag van € 1.000.000, aangezien de minister dit bedrag voldoende gerechtvaardigd acht.

Wat ten slotte de bepaling inzake de invoering van de algemene antimisbruikbepaling betreft, zal het aan de belastingplichtige zijn om de onderliggende reden voor de splitsing van een effectenrekening aan te geven (bv. in geval van overlijden, echtscheiding, beëindiging van een eventuele mede-eigendom, …). De regering lijkt dus niet in te gaan op de omkering van de bewijslast. Nu het genoemde ontwerp door de Kamer werd aangenomen op 11 februari, is het laatste woord aan het Grondwettelijk Hof.

Giel Van den Abbeele – Fiscalist bij Pareto nv