fbpx
/>

Het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse Regering kent enkele implicaties op fiscaal vlak. De belangrijkste is ongetwijfeld de uitdoving van de woonbonus. Daarnaast zijn er echter nog enkele aanpassingen en nieuwe maatregelen te melden.

Uitdoving woonbonus

De woonbonus is een fiscale niche welke belastingplichtigen op vandaag in staat stelt een belastingvermindering in de personenbelasting te verkrijgen voor gedane kapitaalaflossingen, betaalde interesten en/of gestorte premies voor een schuldsaldoverzekering ten gevolge van een hypothecair krediet aangegaan ter aankoop van de ‘eigen woning’.
Dit belastingvoordeel zal nog worden toegekend voor hypothecaire kredieten aangegaan tot en met 31 december 2019, zoals opgenomen in het decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2020.

Het is de datum van de ‘authentieke hypothecaire leningsakte’ die bepaald of een belastingplichtige nog in aanmerking zal komen voor het belastingvoordeel of niet. De datum van de koopovereenkomst of ‘compromis’ is hierbij niet van belang.

Verlaging verkooprecht

De Vlaamse Regering geeft in het ontwerp van decreet van 15 november aan dat het verkooprecht wordt verlaagd ter compensatie van het verdwijnen van de woonbonus vanaf 1 januari 2020. Het verkooprecht is het registratierecht dat verschuldigd is bij de aankoop van onroerend goed. Het algemeen tarief bedraagt 10%, hieraan wordt niets gewijzigd.

Het betreft enkel een verlaging van het gunsttarief dat van toepassing is bij de aankoop van een ‘enige, eigen woning’. Dit tarief zal worden verlaagd van 7% naar 6%. Hiervan wordt nog één procent in mindering gebracht indien de woning binnen de vijf jaar na aankoop een “ingrijpende energetische renovatie” (IER) ondergaat. Ook dit tarief daalt aldus, van het vroegere 6% naar 5%.

Voorts blijven de huidige voorwaarden voor het bekomen van het gunsttarief van kracht. Het is de datum van de verkoopovereenkomst die zal bepalen of van het nieuwe verlaagde verkooprecht zal kunnen genoten worden.

De data die zullen bepalen van welk voordeel (alsnog woonbonus of reeds verlaagd verkooprecht) een belastingplichtige zal kunnen genieten komen aldus niet overeen, zijnde enerzijds de datum van de hypothecaire leningsakte en anderzijds de datum van de verkoopovereenkomst.

Dit betekent dat indien een belastingplichtige de verkoopovereenkomst nog zou ondertekenen in 2019, maar de authentieke leningsakte pas in 2020, beide voordelen zou mislopen. Voor deze situatie wordt echter een vangnet voorzien. Wie in deze situatie verkeert, zal wél van het verlaagd verkooprecht kunnen genieten.

Afschaffing regeling duolegaten

Het duolegaat is een techniek waarbij een erflater via testament een bepaald deel van zijn nalatenschap aan een vereniging (vaak een vzw of stichting maar o.a. ook erkende sociale huisvestingsmaatschappijen, het Vlaams Gewest of de Vlaamse Gemeenschap) als algemeen legataris aanstelt. Deze laatste krijgt de last opgelegd de erfbelasting te betalen verschuldigd door de andere erfgena(a)m(en) die onderworpen zijn aan de hogere, progressieve tarieven.

In het regeerakkoord werd opgenomen dat “het zuiver altruïstisch element van de duolegaten zou worden hersteld en versterkt met een tariefverlaging”. In de meerjarenbegroting 2019-2024 werd echter opgenomen dat de regeling zal worden stopgezet maar dat het “gunsttarief in de schenkbelasting zal worden versterkt”. Dit tarief in de schenkbelasting bedraagt 5,5%. Inwerkingtreding voorzien voor inkomstenjaar 2021.

‘Vrienden’-erfenis

Verder wordt ook een (eerder beperkte) regeling ingevoerd om mensen de kans te geven om een bepaald deel van hun erfenis toe te wijzen aan een verwante of niet-verwante persoon waarop het tarief in rechte lijn zal worden toegepast in plaats van de tarieven in de zijlijn. Tot welk bedrag deze maatregel zal worden beperkt, wordt niet bekendgemaakt in het regeerakkoord of de begroting. De regeling zal in werking treden in 2021.

Verlenging ‘verdachte periode’ van drie naar vier jaar

De ‘verdachte periode’ is de periode die geldt in het geval van een niet-geregistreerde roerende schenking (hand- of bankgift). Komt de schenker te overlijden binnen de drie jaar na de schenking, zal alsnog erfbelasting verschuldigd zijn door de begiftigde op het bedrag van de schenking.

Deze periode voorziet de Vlaamse Regering te verlengen tot vier jaar om “mensen aan te moedigen te opteren voor de fiscaal voordelige en rechtszekere oplossing van de geregistreerde schenking”. Deze maatregel kent volgens de meerjarenbegroting 2019-2024 eveneens uitwerking vanaf inkomstenjaar 2021.

Giel Van den Abbeele – Fiscalist bij Pareto nv