fbpx
/>

We herinneren u eraan dat het vruchtgebruik een levenslang recht vormt dat uitdooft ten gunste van de blote eigenaar. Niettemin bepaalt een nieuw artikel (3.141, lid 3 van het Burgerlijk Wetboek): ” In afwijking op het tweede lid, 2°, en behoudens andersluidend beding wast het onverdeeld of gemeenschappelijk vruchtgebruik gevestigd op het hoofd van twee of meer personen bij het einde van het bestaan van één van hen bij dat van de anderen aan, naar evenredigheid van hun aandeel.”.

Het gevolg van deze bepaling is, dat wanneer het vruchtgebruik op twee hoofden is gevestigd, bij het uitdoven van het vruchtgebruik op een van deze hoofden, het vruchtgebruik automatisch aanwast op het andere zodat dit vruchtgebruik dan het gehele goed omvat.

Voorbeeld vóór de hervorming: John is een grootvader die zijn nalatenschap zo goed mogelijk wil regelen. Hij besluit enerzijds het vruchtgebruik van een huis dat hij bezit te schenken aan zijn zoon Mark en zijn dochter Jane, elk voor de helft. De blote eigendom met betrekking tot hun aandeel schenkt hij anderzijds aan zijn kleinkinderen (Mark en Jane hebben elk twee kinderen). Bij het overlijden van Mark dooft het vruchtgebruik uit en worden zijn twee kinderen volle eigenaars van de helft van het huis. Jane zal blijven profiteren van haar vruchtgebruik op de andere helft van het huis.

Voorbeeld na de hervorming: Wanneer Mark overlijdt, dooft het vruchtgebruik uit ten gunste van zijn zus Jane. De kinderen van Mark zullen dus moeten wachten tot het overlijden van hun tante Jane om volledig eigenaar te worden van de helft van het huis.

Het lijkt er dus op dat de wijze van ontstaan van het vruchtgebruik (erfenis, schenking, contractueel) er weinig toe doet.

Teneinde deze wettelijke aanwas van het vruchtgebruik te vermijden wanneer dat niet wenselijk is, is het raadzaam om hetzij in het testament, indien het een legaat van het vruchtgebruik betreft, hetzij in de schenkingsakte, indien het een schenking van het vruchtgebruik betreft, een bepaling te voorzien die de wettelijke aanwas van het vruchtgebruik uitsluit (of dat deze bijvoorbeeld zal worden vervangen door een conventionele aanwas van het vruchtgebruik).

Let op: deze wettelijke aanwas van het vruchtgebruik geldt alleen voor schenkingen of legaten van vruchtgebruik die na 1 september 2021 plaatsvinden.

Uit fiscaal oogpunt: de fiscale behandeling van dit mechanisme is op heden nog niet bekend.

 

Alice Compère – Fiscalist en jurist bij Pareto SA

Hoe kan ik afstand doen van het wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik en zo erfbelasting vermijden in het Vlaams Gewest ?

Hoe kan ik afstand doen van het wettelijk toegekend opvolgend vruchtgebruik en zo erfbelasting vermijden in het Vlaams Gewest?

Sinds de hervorming van het erfrecht, dat op 1 september 2018 in werking is getreden, geniet de langstlevende echtgeno(o)t(e) een recht van vruchtgebruik dat betrekking heeft op de goederen die de overledene tijdens zijn of haar leven heeft geschonken onder voorbehoud van vruchtgebruik. Om van dit vruchtgebruik te kunnen genieten, moet de langstlevende echtgeno(o)t(e) op het ogenblik van de schenking echtgeno(o)t(e) zijn.

Aankoop in mede-eigendom tussen bedrijfsleider en zijn vennootschap

Indien u als bedrijfsleider wilt investeren met uw vennootschap in onroerend goed, kan u deze aankoop doen tesamen met de vennootschap. Meestal wordt er dan voor gekozen om de vennootschap het merendeel te laten financieren, zodat deze ook de meeste kosten van het pand kan aftrekken. Het gaat dan vaak over een verhouding van 95%-5% die algemeen aanvaard wordt.

Pareto – Trends – Juni 2021

Deze week in de bijlage ‘Vermogensbeheer’ bij Trends, interview met Diederik Vandendriessche, partner van Pareto.