fbpx
/>

De deadline voor de indiening van de aangifte personenbelasting komt alweer dichterbij. Naar aanleiding hiervan informeren we u over de indieningstermijnen, geven we de nieuwigheden mee en wijzen we u op enkele aandachtspunten.

Indieningstermijn

Afhankelijk van de situatie zijn er drie verschillende momenten waarop de aangifte personenbelasting ten laatste moet worden ingediend. De eerste twee mogelijkheden hangen af van de manier waarop u de aangifte indient: op papier of elektronisch via Tax-on-web. De derde mogelijkheid is dat u een mandaat geeft aan een derde (boekhouder, accountant, belastingconsulent, …) om uw aangifte in te dienen. Voor deze mandatarissen geldt een langere termijn.

U heeft het minste tijd indien u kiest voor de papieren versie, de termijn verstrijkt namelijk op 30 juni 2020. U krijgt twee weken respijt wanneer u ervoor opteert uw aangifte in te dienen via Tax-on-web. De deadline is in dit geval namelijk vastgelegd op 16 juli 2020. Voor de mandatarissen is de uiterste datum 22 oktober 2020 (behoudens uitzondering, zie verder).

Ondanks de vele maatregelen in het kader van het coronavirus is er dus geen verlenging van de indieningstermijnen voorzien wat betreft de aangifte personenbelasting.

Voorstel van vereenvoudigde aangifte

Indien u een loon, pensioen, werkloosheidsuitkering of een ziekte- of invaliditeitsuitkering ontving en geen andere inkomsten (onroerende inkomsten, dividenden, …) had in 2019 zal u waarschijnlijk een voorstel van vereenvoudigde aangifte ontvangen. Deze regeling wordt in aanslagjaar 2020 uitgebreid naar personen met een hypothecaire lening en/of onroerende inkomsten. Dit betekent dat u dus in principe geen belastingaangifte meer zal hoeven in te dienen. Is het voorstel namelijk correct, dient u niets te ondernemen en zal u uw aanslagbiljet ontvangen met uw belastingberekening op basis van de gegevens in dit voorstel. Is het voorstel niet correct, zal u wijzigingen dienen aan te brengen of gegevens moeten toevoegen. Dat kan op papier, via Tax-on-web of door uw mandataris.

De hierboven vermelde data gelden onverkort voor de vereenvoudigde aangifte. Let op, uw mandataris heeft slechts tot 16 juli de tijd om de wijzigingen door te geven. De datum van 22 oktober geldt dus niet voor vereenvoudigde aangiften!

Nieuwigheden en aandachtspunten

Zoals ieder jaar werden er een aantal nieuwe codes geïntroduceerd. We zetten de voornaamste die op uw situatie van toepassing kunnen zijn op een rij via een vaksgewijze bespreking.
In Vak III – ‘Inkomsten van onroerende goederen’ is een opmerking geplaatst die de belastingplichtige erop wijst dat het inkomen van de eigen woning is vrijgesteld van personenbelasting. Dit was reeds zo, maar blijkbaar werd dit nog steeds foutief aangegeven. Het is echter niet zo dat de eigen woning niet wordt belast, er mag dan wel een vrijstelling gelden in de personenbelasting, u betaalt jaarlijks de onroerende voorheffing.

Ontving u in 2019 een ‘niet-recurrent resultaatsgebonden voordeel’ of loonbonus, moet u de vrijstelling niet langer zelf invullen. Deze wordt u automatisch toegestaan. Daarom is deze code geschrapt in rubriek A.8 van Vak IV (dit was voorheen rubriek A.9). Dit is eveneens het geval voor bonussen ontvangen als bedrijfsleider met arbeidsovereenkomst. Als gevolg is in vak XVI rubriek 5. b) eveneens geschrapt. U dient enkel nog het bedrag van het voordeel in te vullen in code 1242-2242.

In rubriek F van vak IV is een nieuwe subrubriek 3 bijgevoegd ter aangifte van de premies gestort in het ‘vrij aanvullend pensioen voor werknemers’, het zogenaamde VAPW. Dit is een nieuwe mogelijkheid voor werknemers met geen of een beperkt aanvullend pensioen om via hun werkgever te sparen in de ‘tweede pensioenpijler’. Op de gestorte premie geniet u een belastingvermindering van 30%.

De invoering van dit nieuwe stelsel in de tweede pijler leidde ook tot een nieuwe code in vak XVI, bestemd voor bedrijfsleiders, namelijk in subrubriek 11. c). Het is immers mogelijk uw mandaat als bedrijfsleider uit te oefenen via een werknemersstatuut. Let op, voor de BV, CV en NV is deze mogelijkheid afgeschaft met de invoering van het nieuwe vennootschapsrecht op 1 mei 2019.

Vak VII betreft de ‘inkomsten van kapitalen en roerende goederen’. Sinds aanslagjaar 2019 geldt een vrijstelling voor dividenden. Dit bedrag is beperkt tot € 800 aan uitgekeerde dividenden waardoor u dus maximaal voor € 240 zal kunnen worden vrijgesteld. Let op, de vrijstelling wordt niet automatisch verleend en moet dus aangevraagd worden door de belastingplichtige. De verschuldigde roerende voorheffing zal worden ingehouden, maar deze kan dus worden verrekend in de aangifte via code 1437-2437. Heeft u dividenden ontvangen waarop verschillende tarieven roerende voorheffing van toepassing waren, doet u er goed aan deze aan te geven die werden belast aan het hoogste tarief.

Vak IX regelt onder meer de woonfiscaliteit en valt uiteen in een gewestelijke en een federale rubriek. Over de uitdoving van de geïntegreerde woonbonus is al veel gezegd en geschreven, maar weet dat er voor u niets verandert indien u de vorige jaren reeds de interesten, kapitaalaflossingen en mogelijke premies van schuldsaldoverzekeringen aangaf voor een krediet ter financiering van uw eigen woning. De woonbonus kan niet meer genoten worden voor kredieten aangegaan na 31/12/2019.

In vak X is een tweede nieuwe federale belastingvermindering ingevoerd, deze voor de premies van een rechtsbijstandverzekering betaald vanaf 1 september 2019. Het tarief van de vermindering bedraagt 40% voor verzekeringen waarbij ‘de verzekeraar zich verbindt diensten te verrichten en kosten op zich te nemen, ten einde de verzekerde in staat te stellen zijn rechten te doen gelden, als eiser of als verweerder, hetzij in een gerechtelijke, administratieve of andere procedure, tenzij los van enige procedure’. Lang niet elke rechtsbijstandverzekering zal voldoen aan bovenstaande definitie met als gevolg dat deze dus niet van de vermindering zullen kunnen genieten. Het maximale voordeel zal € 124 bedragen. U geeft de premie aan in code 1344-2344.

In vak XIII zijn geen wijzigingen te bespeuren ten opzichte van vorig jaar (behalve dat het vorig aanslagjaar vak XIV betrof), maar we wensen dit vak toch even te belichten vermits het in uw situatie van toepassing kan zijn. In subrubriek B wordt gevraagd of u individuele levensverzekeringen in het buitenland bezat gedurende 2019. U heeft hierop enkel bevestigend te antwoorden indien u verzekeringnemer bent van het contract. Een uitzondering hierop is indien uw minderjarig kind verzekeringnemer is, dan is het toch aan de ouder om dit aan te geven. Dit wordt duidelijk meegegeven in de aangifte.

Subrubriek E van datzelfde vak betreft de effectenrekeningen. Deze rubriek werd vorig jaar opgenomen ten gevolge van de ‘taks op effectenrekeningen’. Deze is ondertussen reeds afgeschaft nadat het Grondwettelijk Hof op 17 oktober 2019 oordeelde dat het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie werd geschonden. De taks blijft wel toepasselijk voor de eerste drie kwartalen van het jaar 2019 waardoor de code dus is behouden.

U dient enkel bevestigend te antwoorden indien u meerdere effectenrekeningen bezit. Heeft u er namelijk slechts één zal eenvoudig gecontroleerd kunnen worden of u in het toepassingsgebied van de taks valt (namelijk: gemiddeld een kapitaal van meer dan € 500.000). Heeft u meerdere rekeningen waarvan het kapitaal deze drempel niet overschrijdt, zal de tussenpersoon de taks niet inhouden. Bedraagt het totaal van al uw effectenrekeningen meer dan € 500.000, maar de banken hielden de taks niet in, is het aan de belastingplichtige hiervoor de juiste stappen te ondernemen.

Conclusie

Met het VAPW en de rechtsbijstandverzekering zijn twee nieuwe belastingverminderingen geïntroduceerd. De vrijstelling van dividenden werd uitgebreid van € 640 naar € 800. De woonbonus blijft wel degelijk bestaan indien u hiervan de vorige jaren reeds genoot en de taks op effectenrekeningen werd afgeschaft, maar is nog steeds verschuldigd voor de periode van januari tot september 2019. Wenst u hierover meer informatie kan u steeds contacteren.

Giel Van den Abbeele – Fiscalist bij Pareto nv

Successieplanning via een private stichting

Verschillende Belgische families hanteren een private stichting om aan successieplanning te doen. Is dit een aanbevolen constructie voor u of schuilen er adders onder het gras?

Een kluis in uw nalatenschap

U heeft een kluis bij een bank met daarin enkele (waardevolle) goederen. Wat gebeurt er wanneer u overlijdt? Behoudt u best uw goederen in de kluis of zoekt u toch beter een andere bewaarplaats?

Wat is de impact op de erfbelasting als u naar Spanje verhuist?

U wenst naar Spanje te verhuizen, maar wat zijn de gevolgen op vlak van erfbelasting wanneer uw erfgenamen in België blijven?