fbpx
/>

1. Onroerende huuropbrengst

De huuropbrengst is het eerste waar je aan denkt als je het hebt over vastgoedinvesteringen. Welke huur zal ik verkrijgen? Hoeveel zal mijn huuropbrengst bedragen? Naar onze mening moet een correcte huuropbrengst ongeveer 2,5% bedragen, maar een hele reeks parameters zal hierop van invloed zijn.

Allereerst spreekt het vanzelf dat de huuropbrengst niet noodzakelijkerwijs evenredig zal lopen met de grootte van de woning: een villa op het platteland zal immers niet dezelfde huuropbrengst opleveren als een studio in de stad.

De aankoopwaarde en de ouderdom van het onroerend goed zullen ook een rol spelen. Meer gegeerde locaties die duurder zijn bij aankoop geven een lagere huuropbrengst maar bieden andere voordelen.

Er zijn dus een aantal goede vragen die u zich best vóór de aankoop moet stellen.

Voordelige onroerende fiscaliteit: als particulier of als vennootschap?

De voordelige fiscaliteit is een ander component van vastgoedrendement. Afgezien van het belastingvoordeel dat het afsluiten van een lening oplevert, zal de belasting op vastgoed (inkomstenbelasting en meerwaardebelasting) verschillen naargelang het gebruik dat van het onroerend goed wordt gemaakt en/of het wordt verhuurd door een particulier dan wel een vennootschap.

In het geval van een natuurlijke persoon zal de huur voor privédoeleinden worden belast op basis van het kadastraal inkomen (dat veel lager is dan de werkelijke huurwaarde), geïndexeerd en vermeerderd met 40%. Deze inkomsten uit onroerend goed zullen worden opgeteld bij andere inkomsten die tegen progressieve tarieven worden belast, zodat zij vaak zullen worden belast tegen de marginale belastingschijf, d.w.z. 50% in de PB. In sommige gevallen is het dan mogelijk om de interesten op een lening evenredig af te trekken.

In het geval van een vennootschap daarentegen zal de belasting zich enten op de werkelijk ontvangen huur. Hierop moet echter vennootschapsbelasting worden betaald, d.w.z. een belasting van 20 of 25%. Bovendien is het mogelijk de gehele interesten op de lening, alsmede de gemaakte onroerende kosten, af te trekken van het gehele belastbaar inkomen van de vennootschap (en aldus niet meer beperkt tot het onroerend inkomen).

Een ander belangrijk verschil is de belastingheffing op de meerwaarde. Er zal geen personenbelasting over worden geheven indien het goed onder bezwarende titel is verworven en de vervreemding ten minste vijf jaar na de verwerving heeft plaatsgevonden. In een vennootschap zal de gerealiseerde meerwaarde worden belast op het tijdstip van verkoop. De belastbare grondslag zal het verschil bedragen tussen de verkoopwaarde van het onroerend goed en de boekwaarde ervan. Dit kan snel oplopen tot aanzienlijke bedragen.

Particuliere of vennootschapsinvesteringen? Waarom niet investeren in beide? Vaak zal de voorkeur worden gegeven aan een hybride oplossing, …

2. De verwezenlijking van een meerwaarde

Naar onze mening is en blijft de meerwaarde de belangrijkste (maar ook de meest “vergeten”) component van het rendement van een onroerend goed. Eén ding is zeker: onroerend goed stijgt in de loop der jaren in waarde. Eenvoudig gezegd kan worden gesteld dat de Belgische vastgoedmarkt (in zijn geheel) de afgelopen 50 jaar elk jaar 5 à 6% in waarde is gestegen ten opzichte van de beginwaarde. Op dag van vandaag is er echter een veel groter contrast zichtbaar. Was het ooit mogelijk om in om het even welk type onroerend goed of locatie te investeren zonder een fout te maken, blijkt het op heden noodzakelijk om voorzichtiger te zijn. De keuze van het onroerend goed en de ligging ervan zijn van het grootste belang.

Bij de keuze van een locatie moet aandacht worden besteed aan de “toegankelijkheid” (openbaar vervoer), de dichtheid van het stedelijk weefsel, het economische ontwikkelingspotentieel, enz. Dit zijn allemaal belangrijke criteria om gemakkelijk huurders te vinden en op lange termijn voor een betere prijs-kwaliteitverhouding te zorgen.

Evenzo adviseren wij, om renovatiezorgen te voorkomen, alsmaar vaker om de blik te richten op nieuw vastgoed, maar vooral om het gebouw door te verkopen vóór de eerste grote renovatiekosten, aangezien deze een groot deel van het rendement zullen opslokken.

Conclusie

Investeren in onroerend goed is allerminst een gemakkelijke opdracht. U moet zich de juiste vragen stellen, zoals of u privé of in een vennootschap moet investeren, of u moet lenen, of u plannen moet maken voor de opvolging van uw kinderen toe, welk soort onroerend goed u moet kopen, waar u zich moet vestigen, enz.

Als fiscaal en financieel adviseur helpt Pareto zijn cliënten het investeringsproces in onroerend goed te stroomlijnen door deze vragen te beantwoorden als onderdeel van een algemeen plan dat rekening houdt met uw fundamentele financiële doelstellingen en de behoeften van uw gezin.