Toekenning van een schuldvordering in een globale erfovereenkomst: welke taxatie?
De erfovereenkomst (geïmplementeerd door de wet tot hervorming van het erfrecht van 2018) staat de toekomstige erflater toe een subjectief evenwicht tot stand te brengen tussen de partijen, namelijk de vader en/of moeder en alle kinderen, omtrent de huidige of eerdere schenkingen vermeld in de overeenkomst, ongeacht de formaliteit van de registratie van de schenkingen.
Met betrekking tot bepaalde schenkingen voorafgaand aan de erfovereenkomst willen de ouders soms gebruik maken van de mogelijkheid van de erfovereenkomst om het eventuele onevenwicht ten opzichte van een ander kind te compenseren. In dat geval is het mogelijk een schuldvordering toe te kennen in het voordeel van een kind dat tot dan toe minder bevoorrecht is geweest ten laste van een ander kind dat in het verleden een schenking heeft gekregen.
Voorbeeld
In 2015 heeft een moeder een schenking van € 100.000 gedaan aan haar zoon Damien. Zij wenst nu een globale erfovereenkomst af te sluiten met haar twee zonen (Damien en Nicolas). In de overeenkomst wordt de schenking aan Damien vermeld. Mevrouw wenst in deze erfovereenkomst te bepalen dat Damien aan zijn broer Nicolas € 50.000 dient te betalen als gevolg van de schenking. Ze wenst zo het evenwicht tussen haar twee zonen te herstellen.
De vraag is: hoe wordt deze toekenning van een schuldvordering fiscaal beoordeeld?
Vlaams gewest – Vlabel – Onrechtstreekse schenking
Volgens Vlabel, de belastingdienst die bevoegd is in het Vlaams Gewest (zie standpunt nr. 19006 van 18.03.2019), moet dergelijke schuldvordering worden beschouwd als een onrechtstreekse schenking van de ouder aan het kind dat de schuldvordering verkrijgt. Bijgevolg is er schenk- of erfbelasting verschuldigd in de rechte lijn op de waarde van de schuldvordering volgens het hierna beschreven onderscheid.
Vlabel onderscheidt drie hypothesen:
- Als de betaling van de schuldvordering wordt opgelegd aan een kind wiens eerdere schenking onderworpen was aan schenkbelasting, is de toekenning van de schuldvordering eveneens onderworpen aan schenkbelasting. De schenkbelasting kan worden afgetrokken van de eerder betaalde schenkbelasting.
- Als de schuldvordering enkel op het moment van overlijden van Mevrouw verschuldigd is (op voorwaarde dat het geen last betreft van een schenking van een onroerend goed), is de schuldvordering onderworpen aan erfbelasting. Hieromtrent vestigen wij uw aandacht op het feit dat het niet erg duidelijk is of Vlabel zowel niet-geregistreerde als geregistreerde schenkingen bedoelt.
- In alle andere gevallen zijn de schenkingsrechten van toepassing.
De hierboven als voorbeeld omschreven situatie komt overeen met de derde hypothese van Vlabel. De schenking van € 100.000 aan Damien is namelijk niet geregistreerd (geen schenkingsrecht) en kan worden opgeëist op de dag dat Nicolas de erfovereenkomst ondertekent. De roerende schenkingsrechten zijn daarom van toepassing tegen het tarief in rechte lijn, nl. 3% in het Vlaams Gewest.
De situatie zou anders geweest zijn als Mevrouw had bepaald dat Nicolas de € 50.000 pas kon verwerven op de dag van haar overlijden. De erfbelasting zou dan zijn toegepast op de dag van de betaling van de schuldvordering.
Kortom, in principe zullen de schenkingsrechten tegen de tarieven in rechte lijn altijd van toepassing zijn. Enkel wanneer de schuldvordering pas op de dag van het overlijden van de ouder verschuldigd is, zal de erfbelasting van toepassing zijn. Het zal echter altijd in een rechte lijn zijn.
Waals Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest – Federale belastingadministratie – Eigendomsoverdracht door afstand
De federale belastingadministratie (bevoegde instantie in het Waals en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) heeft zich uitgesproken in een beslissing die van toepassing is op het geïllustreerde. Deze beslissing gaat er van uit dat de overdracht van € 50.000 aan Nicolas beschouwd moet worden als een afstand door Damien van de waarde van de eerder aan hem gedane schenking in het voordeel van zijn broer Nicolas. De federale belastingadministratie is van mening dat de schenkingsrechten toegepast moeten worden op basis van de verwantschap tussen de twee betrokken ondertekenaars, aldus het tarief tussen broers en zussen.
Volgende taxatieregel is van toepassing:
Ongeacht het doel van de schenking voorafgaand aan de erfovereenkomst (roerende of onroerende schenking);
ongeacht de schenking voorafgaand aan de erfovereenkomst onderworpen was aan registratierechten;
zelfs als het voordeel verleend vóór de ondertekening van de erfovereenkomst geen schenking is, maar een voordeel dat door de partijen kan worden gelijkgesteld (bv. studie in het buitenland, verlengd verblijf bij ouders …).
Daarom wordt in ons voorbeeld de overdracht van € 50.000 van Damien naar Nicolas beschouwd als een afstand van Damien met betrekking tot de waarde van de schenking die hij initieel ontving. Deze eigendomsoverdracht door afstand is onderworpen aan schenkingsrechten tegen het tarief tussen broers, nl. 5,5% in het Waals Gewest en 7% in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.