Hoe?
Bij het uitlenen van een geldsom groter dan €3.500 aan familie of vrienden is het verplicht hiervan een schriftelijke overeenkomst op te stellen ter bewijs. Geld uitlenen gebeurt namelijk vaak in kader van een goede relatie, maar deze goede relatie blijft helaas niet altijd voortduren. Bovendien hebben uw erfgenamen een bewijsmiddel nodig om eventueel het kapitaal en interesten op te eisen na uw overlijden. Deze schriftelijke overeenkomst kan perfect onderhands opgemaakt worden. U hoeft hiervoor dus niet naar de notaris.
Volgende zaken moeten zeker in de leningsovereenkomst staan:
- Naam en adres van zowel de uitlener als de ontlener;
- Het geleende bedrag, in cijfers en voluit in letters: onder de oude bewijsregels moest het geleende bedrag voorafgegaan worden door “goed voor een bedrag van”, dit wordt nog steeds vaak gedaan uit gewoonte;
- Bevestiging van de ontlener dat hij het geleende bedrag ontvangen heeft;
- De looptijd van de lening: als je dit niet vastlegt, kan de schuldeiser elk moment zijn geld opeisen;
- De eventuele interestvoet, eventueel ook de verwijlinteresten;
- Opeisbaarheidsclausule: bij wanbetaling is de geleende som onmiddellijk opeisbaar;
- Het aantal exemplaren waarin de overeenkomst is opgemaakt: elke partij moet een origineel exemplaar van de overeenkomst krijgen en elk origineel exemplaar moet vermelden hoeveel exemplaren er opgemaakt zijn. Er moeten dus evenveel originele exemplaren zijn als er partijen zijn;
- De plaats en de datum van ondertekening van de overeenkomst door alle partijen: zowel de naam als handtekening moet handgeschreven zijn (onder de oude bewijsregels moest de volledige overeenkomst met de hand geschreven zijn, maar dit is niet meer het geval).
Intrafamiliale leningen worden vaak renteloos gedaan. Dit wil zeggen dat wanneer uw zoonlief het geld terugbetaalt, hij hierop geen interesten verschuldigd is aan u. De lening gebeurt dan voor de duidelijkheid het best via een overschrijving met als mededeling ‘renteloze lening’.
De terugbetalingen gebeuren het best door middel van overschrijvingen op een bankrekening opdat beide partijen hiervan bewijs hebben. Indien partijen alsnog verkiezen de terugbetaling cash te doen, schrijft u best een ontvangstbewijs uit en houdt u de vooruitgang van de afbetalingen schriftelijk bij.
Tot slot, laat u het best uw overeenkomst registreren op het Kantoor Rechtszekerheid. Zo vermijdt u discussies, kan de overeenkomst niet verloren gaan en krijgt de overeenkomst vaste datum. Een vaste datum zorgt ervoor dat de overeenkomst ook bewijsbaar is tegenover derden.
Kwijtschelding
U kan het nog niet terugbetaald saldo van de lening kwijtschelden. Hierdoor wordt het saldo een schenking.
Indien u de kwijtschelding onderhands doet via een pacte adjoint, is er in principe geen schenkbelasting verschuldigd. Wanneer u echter binnen de drie jaar na de pacte adjoint overlijdt, zal uw zoonlief of goede vriend toch nog erfbelasting verschuldigd zijn (vijf jaar indien u in Wallonië woont).
Indien u de kwijtschelding registreert door middel van een schenkingsakte bij de notaris, zal uw zoon of goede vriend wel meteen schenkbelasting verschuldigd zijn. Bovendien hangen er ook notariskosten aan deze schenkingsakte vast. Indien u vervolgens binnen de drie jaar na de schenkingsakte overlijdt, is er geen erfbelasting meer verschuldigd.
U kan ook de lening kwijtschelden bij testament. Hierdoor zal uw dochter de lening niet meer moeten terugbetalen aan uw nalatenschap, maar is er wel erfbelasting verschuldigd.
Indien u de lening niet kwijtscheldt, zal de vordering op het geleend bedrag in uw nalatenschap vallen en toekomen aan uw erfgenamen waardoor zij ook erfbelasting zullen moeten betalen op de vordering.
Aangezien schenkbelasting voordeliger is dan erfbelasting, is het, indien u dit wenst, aan te raden om het saldo bij leven kwijt te schelden in een pacte adjoint of notariële schenkingsakte.
Sofie Reyniers – Juriste bij Pareto NV