fbpx
/>

Als bedrijfsleider kunt u beslissen in welke vorm u loon uitkeert.

De klassieke bezoldiging die u zichzelf als bedrijfsleider betaalt, is enerzijds onderworpen aan sociale zekerheidsbijdragen en anderzijds aan personenbelasting.

De rekening is vrij hoog, aangezien de fiscale kost van de klassieke bezoldiging snel oploopt tot 60 %. Dit betekent dat van de 100 EURO die uw activiteit oplevert, er 40 daadwerkelijk in uw zak terechtkomen.

Het goede nieuws is dat u, naast de traditionele verloning, bijvoorbeeld huur kunt vragen aan uw bedrijf, een groepsverzekering kunt afsluiten, uzelf een dividend kunt uitkeren, etcetera. Al deze alternatieve bezoldigingen hebben hun voor- en nadelen.

De verschillende mogelijkheden om geld uit uw bedrijf te halen hebben allemaal hun eigen fiscale, financiële en organisatorische gevolgen. Het is belangrijk om de gevolgen van uw keuze voor zowel de onderneming (vennootschapsbelasting) als het individu (personenbelasting, sociale premies) in aanmerking te nemen.

U moet deze opties zo combineren opdat u op de meest voordelige manier geld uit uw bedrijf haalt.

Aangezien elk bedrijf anders is en iedereen andere doelstellingen heeft, bestaat er geen ideale combinatie. Het komt er dus op aan een menu samen te stellen volgens de specifieke kenmerken van uw bedrijf en uw verwachtingen.

Idealiter gaat u eerst over tot eliminatie, niet alle mogelijkheden zijn op ieders situatie van toepassing.

U kunt bijvoorbeeld geen huur vragen aan uw bedrijf als u zelf privé geen gebouw bezit.

Een kapitaalvermindering is evenmin mogelijk indien u niet voldoet aan de vereisten van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

Daarom moet u een eerste selectie maken van de tactieken die u kunt gebruiken.

Begin dan, voor zover mogelijk, met de goedkoopste om daarna over te gaan naar de duurste.

Hier volgt een overzicht van enkele technieken :

  • Huren ;
  • Interest ;
  • Liquidatiereserve ;
  • Verminderde roerende voorheffing (VVPR-bis) ;
  • Auteursrechten ;
  • Voordelen alle aard (auto, huis, verwarming en elektriciteit, enz.) ;
  • Groepsverzekering (individuele pensioentoezegging) ;
  • Gratis aanvullend pensioen voor zelfstandigen (PCLI) ;
  • Vruchtgebruik van onroerend goed ;
  • Onkostenvergoedingen ;
  • Aandelenopties.

Om de beste strategie te bepalen is het belangrijk dat u zich laat begeleiden door deskundigen die uw situatie analyseren en bepalen welke mechanismen en alternatieve inkomsten moeten worden gekozen.

Bovendien evolueert dit onderwerp naarmate de wetgeving verandert. Daarom is het belangrijk de gebruikte technieken regelmatig opnieuw te evalueren.

Meer weten

4 voorwaarden om kosten af te trekken

4 voorwaarden om kosten af te trekken

De kosten die je in het belastbare tijdperk betaald of gedragen hebt en waarvan je de echtheid en het bedrag kunt aantonen met bewijsstukken kunnen, onder bepaalde voorwaarden, als aftrekbare beroepskosten worden gekwalificeerd. In de vennootschapsbelasting wordt er een onderscheid gemaakt tussen inkomsten en uitgaven. Inkomsten worden geacht altijd een beroepsmatig karakter te hebben, terwijl uitgaven niet systematisch als beroepsmatig worden beschouwd. Indien ze een beroepsmatig karakter hebben, dan zijn deze beroepskosten fiscaal aftrekbaar. Hierna volgt een bespreking van de vier te vervullen cumulatieve voorwaarden.

Beroepsinkomsten: individuele pensioentoezegging

Inzicht in de individuele pensioentoezegging

Als bedrijfsleider kan het interessant zijn om je pensioen op te bouwen met de Individuele Pensioentoezegging (IPT). Het wettelijk pensioen is namelijk in de praktijk vaak ontoereikend gebleken om dezelfde levensstandaard aan te houden.

Een IPT is een levensverzekering die u als bedrijfsleider kunt nemen als aanvulling op uw vrij aanvullend pensioen (VAPZ).

belasting belgische bedrijven principes

Forfaitaire belastingen

Vóór de hervorming van de vennootschapsbelasting (“Ven.B.”) van 2017 was de Belgische vennootschapsbelasting (van 33 %) één van de hoogste in de Europese Unie. Op een moment dat verschillende Europese landen al bezig waren hun vennootschapsbelastingtarieven te verlagen, werd België steeds minder aantrekkelijk voor lokale en buitenlandse bedrijven. In reactie hierop heeft de Belgische wetgever besloten het Ven.B.-tarief te verlagen tot 29 % (voor inkomsten in 2018 en 2019) en vervolgens tot 25 % (voor inkomsten in 2020).